Helaas geen goed nieuws vanuit het Europese Hof voor de Rechten van de Mens. Onze advocaat schrijft aan de artsen als volgt:
Het hof heeft de kwesties beoordeeld en na een eerste inhoudelijke beoordeling -op zeer summiere wijze- besloten dat de kwesties niet tot een verdragsschending leiden.
Buitengewoon teleurstellend en, naar mijn mening, redelijk absurd hoe beknopt het hof de kwesties heeft afgedaan. Zie Beslissingen EHRM.
“The Courts finds in the light of all the material in its possession that the matters complained of do not disclose any appearance of a violation of the rights and freedoms set out in the Convention and the Protocols thereto.”,
Dieper gaat de kenbare beoordeling niet, terwijl op geen enkele manier inzichtelijk is gemaakt waarom het hof deze mening is toegedaan en waarom de uitvoerige argumenten dezerzijds zijn gepasseerd.
De zeer summiere afdoening valt ook alleen al moeilijk te rijmen met het uitvoerige geworstel van de (lagere) Nederlandse rechters met artikel 68 Geneesmiddelenwet, zoals dus ook uitvoerig aangehaald in het verzoekschriftenformulieren en de toelichting.
Met deze beoordelingswijze van het hof wordt feitelijk geen enkele inhoudelijke reflectie geboden op de aangevoerde schendingen en dat schendt het rechtsgevoel.
Een erg onbevredigende uitkomst dus, die serieuze vragen oproept over de wijze van toetsing door het hof. Helaas staat tegen deze beslissingen verder geen rechtsmiddel meer open.