Is dit sarcasme van de rechter?
De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) heeft een aantal artsen een boete opgelegd voor het off-label voorschrijven van ivermectine en hydroxychloroquine tegen COVID-19. Wanneer artsen die beboet zijn doorgaan met het voorschrijven van deze middelen kunnen de boetes met elk voorschrijven verdubbelen tot maximaal 150.000 euro.
Dat gaat dus al snel naar 100.000 euro (3000+6000+12000+24000+48000). Geen normaal bedrijfsrisico voor een huisarts dus.
Huisarts Jan Vingerhoets vocht de opgelegde boete aan bij de bestuursrechter in Breda. Hij stelt dat hij de geneesmiddelenwet niet heeft overtreden maar door de dreiging van nieuwe hogere boetes wordt belemmerd in het verlenen van de zorg die van hem wordt verwacht.
De voorzieningenrechter kwam op 25 oktober 2022 met een opvallende uitspraak. Hierin stelt de rechter dat
“…het verzoeker met het omstreden besluit niet onmogelijk wordt gemaakt om de medicijnen voor te schrijven die hij wenst. Dat verzoeker hiermee een financieel risico loopt, komt voor zijn eigen rekening en risico.”.
De rechter stelt hiermee dat het opleggen van een enorme boete geen belemmering is om ivermectine en hydroxychloroquine voor te schrijven. Dat de arts hiermee het risico loopt om failliet te gaan is volgens de rechter zijn probleem.
Een bizarre redenering die voor geen weldenkend mens te volgen is.
Bovendien oordeelde deze rechter dat het opleggen van de boete niet onrechtmatig is.
Ook deze uitspraak is onbegrijpelijk omdat overduidelijk is dat er geen enkel wettelijk kader is voor het opleggen van een boete.
De strijd is hiermee nog niet gestreden, want artsen moeten het belang van hun patienten kunnen blijven dienen.