Zie hieronder de uitspraak van het (hoogste) Centraal Tuchtcollege inzake het hoger beroep op een uitspraak van een (lager) regionaal tuchtcollege waarin huisarts Rob Elens eerder een berisping-maatregel kreeg voor zijn handelen tijdens de Corona-periode. Deze maatregel is nu door het Centraal Tuchtcollege afgezwakt naar een waarschuwing-maatregel.
zie hier de vorige regionale uitspraak: https://www.tuchtcollege-gezondheidszorg.nl/actueel/nieuws/2022/11/18/berisping-voor-huisarts-voor-handelen-in-begin-coronapandemie
en hier de uitspraak van het Centraal Tuchtcollege : https://tuchtrecht.overheid.nl/zoeken/resultaat/uitspraak/2024/ECLI_NL_TGZCTG_2024_42
De 4 klachtonderdelen zijn door het Centraal Tuchtcollege opnieuw beoordeeld en men komt tot de volgende uitspraak:
1 off-label voorschrijven HCQ en Ivermectine : was eerder ongegrond maar nu weer een beetje gegrond verklaard, omdat Rob Elens het overleg met de apotheek bij nader onderzoek weliswaar bewezen had gevoerd maar onvoldoende had vastgelegd in hun ogen; off-label voorschrijven mag dus gewoon (mits voldoende goed gedocumenteerd)
2 informed consent verklaring vragen bij vaccinatie : was eerder ongegrond maar nu toch weer enigzins gegrond verklaard, want het was volgens hen onnodig om een patient-verklaring te vragen (maar ook weer niet verboden)
3 ongevraagd bemoeien met andere arts : eerder deels gegrond maar nu geheel ongegrond verklaard
4 social media uitingen ongepast : eerder deels gegrond maar nu geheel ongegrond verklaard
De maatregel is nu omgezet van een berisping in een waarschuwing ook als rehabilitatie van huisarts Elens omdat IGJ een puppet blijkt te zijn van minister de Jonge.
IGJ is een puppet van Hugo de Jonge………niet Duidelijk, ……….niet Onafhankelijk en ……….niet Eerlijk!
Hugo noemde Huisarts Elens een ‘kwakzalver’; Zowel Thierry Baudet als Geert Wilders verzetten zich daartegen:
Zie de conclusie in 4.20:
“
Uit de stukken en de verklaringen van de huisarts blijkt dat hij in deze
onzekere tijd heeft gehandeld vanuit oprechte betrokkenheid met en zorgen over zijn
patiënten.
Het Centraal Tuchtcollege weegt bovendien mee dat op basis van een
procedure in het kader van de Wet Open Overheid (Woo) is komen vast te staan dat
de toenmalige minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) zich actief
heeft bemoeid met het beleid van de inspectie in deze zaak, onder meer door er bij de
inspectie op aan te dringen dat “disciplinerend” wordt opgetreden tegen de huisarts en
door de vraag te stellen waarom de huisarts Uberhaupt nog (de) praktijk [mag]
uitoefenen gelet op alle uitingen.“. De inspectie heeft tijdens de behandeling niet de
indruk kunnen wegnemen dat de wens van de toenmalige minister tot disciplinering
van de huisarts er, minst genomen, aan heeft bijgedragen dat de inspectie wel erg
doortastend is opgetreden tegen de huisarts.
Disciplinering van – in de ogen van een
minister van VWS – lastige artsen is echter geen doelstelling van het tuchtrecht.
Verder is aannemelijk dat het onderzoek door en de tuchtklacht van de inspectie mede
zijn ingegeven om duidelijkheid te verkrijgen over onzekerheden over de uitleg van
artikel 68 en dat de tuchtprocedure op dit punt dan ook het karakter van een
`proefproces’ heeft.